Reality-tv roept al jaren verdeeldheid op, en de nieuwe docuserie Back To Reality wakkert die discussie opnieuw flink aan. Presentator Filemon Wesselink onderzoekt in de reeks hoe formats als Big Brother, De Gouden Kooi en De Bondgenoten effect hebben op deelnemers en kijkers.

NRC-columniste Amber Witnitzer stelt in haar analyse dat realityformats per definitie schadelijk zijn voor mensen, ongeacht hoe vriendelijk ze lijken. Volgens haar is de opzet van zulke programma’s altijd gebaseerd op onderlinge druk, conflicten en competitie. Met haar scherpe pen richt ze zich nu op De Bondgenoten, waarin volgens haar de sociale spanning de boventoon voert.
Een hamburgerruzie die volledig uit de hand liep
In haar column verwijst Witnitzer naar een veelbesproken scène in De Bondgenoten waarin Djinty en Romy het flink met elkaar aan de stok krijgen. Tijdens het avondeten liet Djinty aan Romy weten dat de consumptie van pita’s flink naar beneden moest. Die opmerking was het startsein voor een pittige confrontatie binnen hun team, waarbij frustraties hoog opliepen.
In het programma verdien je boodschappen door spellen te winnen, waardoor je voedsel afhankelijk wordt van prestaties. Als je team slecht presteert, heb je dus minder te eten of moet je delen met gulzige bondgenoten. Die onderliggende spanning zorgt voor botsingen zoals deze, waarbij emoties snel oplopen.
John de Mol en de oorsprong van het realitygenre
Witnitzer beschrijft hoe John de Mol in 1999 “de doos van Pandora opende” door het allereerste seizoen van Big Brother te lanceren. Dit programma betekende het begin van een nieuw tijdperk waarin de grens tussen publiek en privé volledig vervaagde.
Deelnemers werden gevolgd in hun dagelijks leven, terwijl kijkers hun relaties, ruzies en kwetsbare momenten op televisie zagen. Later werkte De Mol ook aan het veelbesproken De Gouden Kooi, dat aanvankelijk te heftig werd bevonden om uit te zenden. Het oorspronkelijke plan werd daarom afgezwakt tot Big Brother, maar het idee bleef op de plank liggen.
De Gouden Kooi en het moment waarop alles ontspoorde
Uiteindelijk besloot De Mol in 2006 toch om De Gouden Kooi uit te brengen, ondanks eerdere bezwaren over de impact op deelnemers. Het programma draaide om manipulatie, machtsstrijd en vernedering tussen bewoners, zonder enige vorm van begeleiding of grenzen.
Witnitzer haalt hierbij expliciet het gedrag van deelnemer Terror Jaap aan, die berucht werd door zijn walgelijke acties. “De onbetwiste winnaar bleek uiteindelijk Terror Jaap, wiens handelsmerk het was om rond te rollen in zijn eigen spuug.” Zulke momenten, hoewel onsmakelijk, trokken massaal kijkers en bevestigden dat extremen werkten op televisie.
De Bondgenoten is volgens Witnitzer opnieuw een ongezond format
Amber Witnitzer benadrukt dat de huidige generatie realityprogramma’s misschien iets minder grof is, maar nog steeds psychisch belastend blijft. “Zo goor en gemeen als in De Gouden Kooi wordt het in de meeste realityprogramma’s niet vaak meer,” schrijft ze letterlijk.
Toch vindt ze De Bondgenoten nog steeds zorgwekkend, omdat deelnemers onder extreme druk moeten presteren om te overleven. Zelfs de vriendelijkste realityformats brengen volgens haar psychologische schade met zich mee, juist door de continue sociale observatie. Ze stelt dat deze programma’s inspelen op spanningen, ongemak en uitsluiting, zonder oog voor het welzijn van de deelnemers.
Een duidelijke waarschuwing voor het realitygenre als geheel
Volgens Witnitzer had Big Brother misschien nooit het levenslicht moeten zien, ondanks het baanbrekende karakter van het concept destijds. “Waarschijnlijk had De Mol die doos nooit moeten openen. Maar we krijgen hem nu hoe dan ook niet meer dicht.”
Ze sluit haar betoog af met de overtuiging dat reality-tv, ongeacht de verpakking, structureel ongezond blijft voor alle betrokkenen. De roep om ethische verantwoordelijkheid klinkt al jaren, maar formats blijven doorgaan zolang kijkcijfers goed zijn. Back To Reality legt dat pijnlijk bloot en dwingt je na te denken over de prijs van vermaak.