Tijdens de Nationale Dodenherdenking in de Nieuwe Kerk in Amsterdam hield Philip Freriks een indrukwekkende en zeer persoonlijke toespraak. De oud-presentator van De Slimste Mens sprak over het verlies van zijn negenjarige broer Jan, die in april 1945 door friendly fire omkwam. Een Canadese militair trof hem tijdens de bevrijding van Groningen. Freriks deelde het verdriet, maar ook de morele lessen van zijn ouders na deze tragedie.

Een onherstelbaar verlies dat nooit vergeten werd
Volgens Freriks kwam het bericht van Jans dood pas na de bevrijding binnen bij zijn ouders, die volledig overdonderd werden. Hij gebruikte krachtige woorden om het moment te beschrijven waarop de familie het nieuws ontving. “Het is een alom bekende Talmoedische spreuk: ‘Wie één mens redt, redt de hele wereld.’
Als dat klopt, geldt ook het omgekeerde. Dan vergaat de hele wereld als één mens wordt gedood.” Freriks vervolgde: “Dat is precies wat er bij mij thuis gebeurde toen mijn ouders na de bevrijding de mededeling kregen dat Jantje, al bijna een maand daarvoor, was omgekomen bij de strijd om Groningen. Gesneuveld, zei mijn moeder, opdat zijn dood niet betekenisloos zou zijn.”
Zijn moeder vond uiteindelijk kracht in hoop op vrede
Het verlies van Jan bracht enorm verdriet, maar zijn moeder wist uiteindelijk haar pijn te gebruiken om iets positiefs na te streven. Zij geloofde dat vrede mogelijk was in een samenleving waarin menselijkheid centraal staat.
“In de vaste overtuiging dat oorlog kon worden voorkomen met een samenleving die menselijk en daardoor vreedzaam zou zijn.” Freriks legde uit hoe zijn moeder vanuit dat besef de draad weer oppakte. Haar geloof in menselijke samenwerking werd een levenshouding die ze haar kinderen wilde meegeven.
Waarden van verantwoordelijkheid en samenleven stonden centraal
De ouders van Freriks wilden niet dat Jans dood voor niets was en richtten zich op het opbouwen van een betere samenleving. Ze waren actief in het verenigingsleven en moedigden anderen aan om verantwoordelijkheid te nemen. “Ze vonden niettemin dat elke burger, hoe gewoon ook, een eigen politieke verantwoordelijkheid heeft en het zijne hoort bij te dragen aan de samenleving.”
Freriks benadrukte hoe belangrijk zijn ouders het vonden om altijd rekening te houden met het grotere geheel. “Rekening houden met het algemeen belang. Accepteren dat we met z’n allen een gecompliceerde machinerie zijn van tegengestelde belangen. Je niet laten meeslepen in gemakkelijke redeneringen. Onderbuikgevoelens op afstand houden.”
Democratie werd gekoesterd, maar raakt nu onder druk
Na de oorlog werd democratie omarmd, zowel door linkse als rechtse partijen, met vrede en welvaart als gedeeld doel. Freriks wees erop dat deze verworvenheden te vanzelfsprekend zijn geworden.
Hij sprak openlijk zijn zorgen uit over het gemak waarmee we de gevaren van vroeger lijken te vergeten. “De afgelopen decennia schijnen we vooral bezig te zijn geweest met het innen van het dividend van de vrede.” Volgens hem wordt er nu veel te lichtzinnig gedaan over signalen die waarschuwen voor nieuwe dreigingen.
“De democratie had overwonnen, nu niet meer zeuren over de bruine spoken uit het verleden.” Freriks maakte zich zorgen over hoe mensen naar democratie kijken. “En ach, is democratie niet een speeltje van de elite? Een interessant hersenspinsel, maar weinig efficiënt als je snel met resultaat wil triomferen.”
Herdenken betekent nadenken en bewust kiezen voor menselijkheid
Tot slot sprak Freriks over de noodzaak van herdenken met inhoud en besef, zoals hij dat van zijn ouders had geleerd. Herdenken is volgens hem niet alleen terugkijken, maar ook vooruitdenken en bewust omgaan met de toekomst. “Goed na te denken.
Zoals mijn ouders me dat hebben geleerd. Men zegt nog wel eens: kennis van het verleden is als lessen voor de toekomst. Ik hoop het van harte.” Zijn woorden vormden een krachtige afsluiting van een toespraak die raakte, herinnerde en opriep tot reflectie