Robert ten Brink heeft zich jarenlang met overtuiging ingezet voor zijn kijkers, maar nu voelt hij zich oncomfortabel door een ander. Waar hij ooit kon lachen om de imitaties van Ricardo Ras, maakt diezelfde imitatie hem tegenwoordig vooral onrustig.

In de podcast PodBast doet Robert een boekje open over hoe hij deze situatie nu beleeft. Zijn woorden verraden niet alleen irritatie, maar vooral een diepe verwarring en ongemak. Wat ooit begon als een compliment, is veranderd in een persoonlijke confrontatie.
Hoe een imitatie een carrière lanceerde
Ricardo Ras werd bekend door zijn meesterlijke imitatie van Robert ten Brink in het televisieprogramma De Casting Kantine, inmiddels vier jaar geleden. Zijn talent werd direct herkend en beloond met een rol in De TV Kantine, waar hij zijn typetje verder kon uitbouwen.
Het Nederlandse publiek zag een man die Robert tot in de kleinste details wist na te bootsen. Niet alleen stem, maar ook houding, mimiek en uitstraling werden verbluffend echt nagedaan. Toch bleef het daar volgens Robert bij, want andere imitaties zijn nooit echt van de grond gekomen.
Het gevoel dat het uit de hand loopt
Voor Robert is het duidelijk dat hij de situatie niet langer luchtig opvat. Zijn woorden laten niets aan duidelijkheid te wensen over. “Dat was in het begin heel leuk, maar ik vind het wel steeds enger worden omdat hij het nog steeds doet.”
Het feit dat iemand zich zo lang op hem blijft richten, roept bij Robert vragen op over de bedoelingen daarachter. “Dan denk ik van: hoe vult zo iemand zijn dag in? Is hij de hele dag bezig met Robert en Brink? Ik vind het een beetje eng eigenlijk.”
Een imitatie als bron van inkomsten
De irritatie lijkt deels te komen door het feit dat Ricardo zijn act ook commercieel inzet op specifieke momenten in het jaar. Robert vertelt: “Hij doet ook wel met een caravan op Valentijnsdag lekker centjes verdienen als Robert en Brink, en dat vind ik best wel een beetje weird.
Ja, dus ja, ik weet het niet. Bijzonder.” Het beeld van iemand die met zijn identiteit geld verdient, roept ongemakkelijke gevoelens op. Het lijkt niet alleen op een grap, maar op het leven van iemand anders overnemen.
Een verrassende wending tijdens het interview
Net wanneer Robert zijn mening scherp heeft uitgesproken, onderbreekt de interviewer hem met een bijzondere verrassing. Er wordt een videoboodschap afgespeeld van Ricardo Ras zelf, waarin deze zich juist vriendelijk en bewonderend uitlaat. Dat moment verrast Robert zichtbaar.
“Ach, wat leuk. Heb ik hem eerst zitten afzeiken en dan nu een boodschap. Wat leuk.” Zijn plotselinge zachtere toon verraadt een gevoel van schaamte over zijn eerdere woorden. Toch blijft het ongemak dat hij voelt merkbaar tussen de regels door.
Toch wat mildheid na scherpe kritiek
Na het zien van de videoboodschap lijkt Robert zich langzaam te herpakken en spreekt hij zich positiever uit over Ricardo. “Heel aardig van hem. Leuk. Leuke jongen ook. Leuke jongen. Leuke jongen, Ricardo. Leuke jongen.”
Het herhalen van die woorden klinkt oprecht, maar ook als een manier om de sfeer wat te verlichten. Vervolgens zegt hij met een knipoog: “Wat ik net zei, dat bedoelde ik helemaal niet natuurlijk.” Zijn poging tot luchtigheid geeft het gesprek een menselijk einde, al blijft de boodschap helder.