De bekendheid van Oos Kesbeke groeit al jaren. Je ziet hem op televisie en veel mensen volgen je leven met belangstelling. Bekend als de ‘Augurkenkoning’ ben je inmiddels uitgegroeid tot een vertrouwd gezicht.

Toch schuilt er achter je succes een aangrijpend verhaal dat je opnieuw hebt gedeeld. Jouw eerste vrouw Marcella overleed op jonge leeftijd, en dat verlies draag je nog steeds mee.
Terugblik op een pijnlijk hoofdstuk
In gesprek met Privé blik je terug op deze zware periode. Het interview volgde naar aanleiding van het boek Oos Kesbeke, Augurkenkoning: De man achter het familiebedrijf van Marcel Langedijk. Je zei: “Ik weet niet wat het is, het hoort waarschijnlijk bij het leven.
Je denkt dat het allemaal best lekker gaat, dat de boel op rolletjes loopt. Niks aan de hand. Maar er is altijd wel weer iets wat de boel op z’n kop zet, alles verstoort. Marcella kreeg op een gegeven moment last van haar buik.
Dat bleek een vleesboom te zijn, een vrouwenkwaal. De internist die dat vaststelde, zei dat ze dat toch maar beter even weg kon laten halen. Dus dat deden we. Ziekenhuis in, ding weghalen en dat werd vervolgens onderzocht.”
Onverwachte en zeldzame diagnose
Het resultaat van het onderzoek was een enorme klap. De vleesboom bleek geen onschuldige afwijking, maar een melanoom. Je vertelde: “Zo’n ding heb je normaal op je huid, maar bij haar zat het dus inwendig. Zelfs in het ziekenhuis konden ze dat niet geloven.
Op zich niet heel gek, want op dat moment waren er blijkbaar maar een paar mensen in de wereld die zoiets hadden. Ze wisten wel meteen te vertellen dat de melanoom kwaadaardig was en dat Marcella nog maximaal zes maanden te leven had. Uiteindelijk heeft ze nog twee jaar geleefd.”
Het laatste afscheid van Marcella
Het einde kwam terwijl je aan het werk was. Tijdens een groot dansfeest ging plotseling de telefoon. Je herinnert je: “Ik presenteerde het afdansen. Dat is altijd groot feest in die danswereld. Kinderen, ouders, opa’s, oma’s; de zaal zat helemaal bommetje vol.
Op de bar stond een telefoon. Als het echt kritiek zou worden, zouden ze me bellen. Dan stapte ik in mijn auto en was ik in no time thuis. Die avond ging de telefoon. Voordat ik naar de dansschool was gereden, had ik nog even naast Marcella gezeten en toen kwam ze nog heel even bij. Heel kort maar.
Daarna ben ik aan het werk gegaan. Tot die telefoon dus ging. Vervolgens heb ik alles laten vallen en ben ik naar huis gereden, maar ik was net te laat. Een paar minuten voordat ik binnenkwam, was ze al overleden.”
Omgaan met verdriet en gemis
Het verwerken van haar overlijden bleek moeilijk. In de jaren daarna koos je vaak voor stilte. Je gaf toe: “Huilen doe ik liever niet en plein public en zeker niet voor de camera. Maar ik huil natuurlijk weleens. Zeker in die periode, vlak na Marcella’s overlijden.
Mensen vroegen het destijds weleens aan me: ’Oos, huil je überhaupt om wat er is gebeurd?’ Dan vertelde ik ze over de dijk, vlak bij ons huis, een plek waar het gras heel hoog stond. En dan zei ik dat dat gras zo hoog was vanwege al mijn tranen. Ik huilde altijd alleen.
Niet dat ik nu ineens trouw elke keer naar haar graf ga, dat niet. Ook niet naar die van mijn ouders, terwijl zij hier om de hoek liggen op begraafplaats Vredenhof, aan de Haarlemmerweg. Maar heel af en toe ga ik er toch even langs. Gewoon in mijn eentje.”
Blijvende herinnering
Het gemis draag je nog steeds met je mee. Je levenspad verloopt succesvol, maar het verdriet blijft aanwezig. Jouw openheid biedt herkenning voor anderen die ook verlies hebben gekend. Door te vertellen geef je steun en laat je zien dat rouw tijdloos is. Het delen van die kwetsbaarheid maakt je verhaal krachtig en menselijk.